Wintertijd en eetgedrag: zo beïnvloedt het seizoen je trek
Wanneer de klok eind oktober een uur teruggaat en de dagen korter worden, merken veel mensen dat hun energie, stemming en eetlust veranderen. De overgang naar de wintertijd lijkt klein, maar heeft meer invloed op ons lichaam dan we denken.
Als diëtist zien wij in deze periode vaak cliënten die aangeven meer trek te hebben in zoet en hartig eten, minder zin hebben om te bewegen en zich vermoeider voelen. Dat is niet vreemd — het heeft allemaal te maken met hoe ons lichaam reageert op het veranderende ritme van licht en donker.
Minder daglicht = meer behoefte aan comfort
In de winter krijgen we minder zonlicht binnen, waardoor de aanmaak van vitamine D daalt en de productie van melatonine stijgt. Dit kan leiden tot vermoeidheid en een lager energieniveau.
Daarnaast maakt het lichaam minder serotonine aan — een stof die bijdraagt aan een goed humeur. Om dit tekort te compenseren, grijpen we vaak onbewust naar koolhydraatrijke producten zoals brood, pasta, aardappelen of chocolade, omdat deze tijdelijk het serotonineniveau verhogen.
Veranderingen in energiebehoefte
Koude temperaturen zorgen ervoor dat ons lichaam meer energie gebruikt om warm te blijven. Toch beweegt men in de winter gemiddeld minder — denk aan kortere dagen, slecht weer en meer tijd binnenshuis.
Het gevolg: je verbranding daalt, maar je eetlust stijgt. Dit kan op termijn leiden tot gewichtstoename, zeker als het voedingspatroon minder in balans is.
Eten met aandacht: wat kun je doen?
De sleutel ligt niet in streng diëten, maar in bewuste aanpassing van je eet- en leefpatroon aan het seizoen.
Tot slot
De wintertijd is een natuurlijke periode van rust, maar geen reden om je gezondheid op pauze te zetten. Door bewust te eten, voldoende te bewegen en goed voor jezelf te zorgen, kun je je energie en stemming ondersteunen — ook als de dagen korter worden.